Autisme en neurofeedback

Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is een verzamelnaam voor psychiatrische stoornissen die worden geclassificeerd volgens de zogenaamde DSM-5 criteria. Dit systeem wordt wereldwijd gebruikt. Er moet sprake zijn van beperkingen in de sociale communicatie en interactie en er moet sprake zijn van repetitief gedrag en specifieke interesses.

De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie heeft het Protocol autisme en aan autisme verwante contactstoornissen laten opstellen (Van der Gaag en Berckelaer-Onnes, 2002). Hierbij wordt gelet op de ernst van de stoornis: van diepgestoord door factoren binnen zichzelf, tot mensen die het meest lijken op de harmonische normale mensen en door omgevingsfactoren angstig en chaotisch worden. Ook de sociale gerichtheid en betrokkenheid op de ander: van afgesloten van alles, via ‘passief’ of ‘mensen die altijd een stapje trager zijn en gedrag kopiëren’ tot ‘active but odd’ die de spelregels denken te kennen en erin vliegen met alle gevolgen van dien (Wing, 2001). Er is en wordt nog steeds veel onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken en de soorten behandelingen voor kinderen met autisme.

Goede basis voor neurofeedbacktrainingen

Er wordt ook qEEG onderzoek gedaan naar de hersenactiviteit bij kinderen met ASS. Daardoor komt er steeds meer duidelijkheid in structurele verschillen in hersenactiviteit tussen kinderen met ASS en een controlegroep. Oberman (2005) toonde een daling aan van elektrische activiteit op de motorschors bij zelf uitgevoerde en geobserveerde handelingen bij gezonden. Deze daling ontbrak bij mensen met autisme als ze andermans handelingen observeerden. Dit geeft een goede basis voor neurofeedbacktrainingen bij ASS.