Angst en neurofeedback

De biologische psychiatrie heeft haar plaats in de zorg verworven door de resultaten van medicijnen. Hoewel aanvankelijk vaak specifieke resultaten werden toebedacht aan medicijnen bleek al snel dat de toepassingsgebieden niet specifiek waren maar juist vaak heel breed, van angst- tot eetstoornissen. De verbetering van patiënten is daarbij vaak kleiner dan wordt aangenomen. Een model dat bij EEG – en bij neurofeedback – vaak wordt gebruikt is het zgn. ‘Arousal model’. Arousal wordt dan gezien als een schaal van coma tot paniek, en alles wat daartussen ligt. Een groot aantal studies rapporteert een toename van snelle activiteit in de rechterhersenhelft (bijv. Isotani et al, 2001, Gemignani et al, 2000), en vaak wordt aangenomen dat de verhoogde arousal van het brein een rol speelt bij angststoornissen.

Zelf trainen na uitgebreide diagnostiek

In een overzichtsstudie van Moore (2005) worden de resultaten van neurofeedback besproken bij gegeneraliseerde angststoornis, fobie, obsessief-compulsieve stoornis (OCD) en posttraumatische stress stoornis (PTSS). Bij een gegeneraliseerde angststoornis vonden Watson et al. dat zij die leerden om alfa onder controle te krijgen al na vier sessies verbeterden. De studie is ongecontroleerd, en placebo-effect is niet uit te sluiten. Als verweer gaven de onderzoekers aan dat toegenomen alfa samenhing met afgenomen angst. Bovendien nam alfa toe voor de angst afnam, de patiënten hadden geen weet van hun mate van succes in de training en allen hadden een geschiedenis van onsuccesvolle behandelingen achter zich. Alfa speelt ook een rol bij depressie. In Nijmegen én thuis kunt u trainen met neurofeedback, na uitgebreide diagnostiek. Meer informatie