Epilepsie en neurofeedback

Epilepsie is voor veel mensen een onvoorspelbare ziekte die veel last met zich meebrengt. Niet zelden moeten opleidingen en loopbanen worden afgebroken als gevolg van de klachten. Medicatie leidt niet altijd tot een leven vrij van epileptische aanvallen, en soms hebben de medicijnen vervelende bijwerkingen (Carpay, 2001). Wanneer ook operaties niet mogelijk zijn, restte tot voor kort de patiënt slechts berusting in het lot. In de Verenigde Staten wordt al sinds eind jaren zestig van de vorige eeuw onderzoek gedaan naar de effecten van neurofeedback op epileptische aanvallen. In 1967 liet de NASA de giftigheid van raketbrandstof testen bij proefdieren uit een psychologisch laboratorium. Het merendeel van de proefdieren kreeg binnen een uur epileptische aanvallen en een kleine groep echter pas veel later (tot drie uur). Bij deze groep was met neurofeedback een specifieke hersenactiviteit aangeleerd. Verder onderzoek maakte duidelijk dat ook bij mensen een aangeleerde specifieke verhoging van de hersenactiviteit kan leiden tot bescherming tegen epileptische aanvallen.

Vermindering aanvallen door neurofeedback

Met deze vorm van neurofeedback ondervindt 80% van de behandelde patiënten meer dan 30% vermindering van aanvallen. Vijf tot tien procent wordt aanvalsvrij. Deze cijfers hebben doorgaans betrekking op patiënten die niet meer reageren op medicatie en die niet kunnen worden geopereerd (Sterman, 2000). EEG Resource Institute gebruikt zowel deze methode als een recentere vorm van neurofeedback (Walker & Kozlowski, 2005), die mogelijk zelfs tot hogere percentages aanvalsvrije resultaten leidt. Hierdoor kan een elektrisch front (epilepsie aanval) zich minder goed over de hersenschors verspreiden.